Ruiterstraat
portret van een straat
Ontstaansgeschiedenis
Bouwgeschiedenis
Gebruiksgeschiedenis
Tuin

Gebruiksgeschiedenis

Ruiterstraat 10

 

Voordeur Ruiterstraat 10

 

 

Indeling van het huis in de tijd van Paul en Hanneke van Dijk

Het huis werd tot april 2012 als huisartsenpraktijk gebruikt door huisarts Paul van Dijk. De grote kamer links van de voordeur (drie ramen) functioneerde als spreekkamer.

 

wachtkamer

Wachtkamer in de tijd van de huisartspraktijk

 

De kamer aan de andere kant van de deur was de wachtkamer (twee ramen). Direct achter de klapdeur in de gang was het bureau van de assistente (Hanneke van Dijk-Winterwerp, Sienja van Hilst). In het gangetje naast de trap was een bescheiden laboratoriumruimte.

 

laboratorium

Laboraratoriumruimte tijdens de huisartspraktijk

 

Vanaf april 2012 zijn de ruimtes aan de voorkant (de twee kamers beneden en de twee kamers boven) verhuurd aan uitgeverij Haystack, gespecialiseerd in originele, Nederlandstalige boeken voor managers, ondernemers en professionals. Deze vier kamers zijn in gebruik als kantoorruimte.

 

spreekkamer

Spreekkamer in de tijd van de huisartspraktijk

 

Sinds de huisartenpraktijk is gestopt en de vijf kinderen de deur uit zijn wonen Hanneke en Paul van Dijk aan de zuidkant van het huis. Dat is de tuinzijde en de kant van waaruit elk raam beneden en boven uitkijkt op de Bommelse toren. Beneden is de meest oostelijke kamer de studeerkamer. Aan de andere kant van de gang is de winterkamer (waar Hanneke en Paul in de winter ’s avonds verblijven). Nog meer naar het westen liggen de keuken en de bijkeuken. Langs de hele achterkant van het huis loopt een grote serre, aan de westkant overgaand in de tuinkamer. Deze tuinkamer is door de familie Van Dijk gerealiseerd op de fundamenten van de drie kelders. Voorheen waren daar een bijkeuken, een kamertje en twee toiletten.

 

 

Onder de tuinkamer bevindt zich de kelder, die uit drie ruimtes bestaat: levensmiddelen-/wijnkelder, de dieren-/bijenkelder en de kluskelder.
Op de eerste etage zijn de twee kamers aan de straatkant verhuurd aan de uitgeverij. De meest oostelijke kamer aan de zuidkant is een slaapkamer (kamer van Silver van Dijk), direct daarnaast is ook een slaapkamer (het kleine kamertje). Dan is er de gang en ten westen daarvan weer een slaapkamer (slaapkamer ouders). Dan volgt de badkamer en de meest westelijke kamer is weer een slaapkamer (kamer van Merlijn van Dijk). De gang die naar de badkamer en de kamer van Merlijn leidt, is door de familie van Dijk aangebracht. Voor die tijd kon de kamer van Merlijn alleen bereikt worden via de ouderslaapkamer of via Ruiterstraat 8.
Met de trap naar boven kom je eerst op de zolder aan de straatkant (noordzijde). Deze zolder is van 1982 tot 1999 in gebruik geweest als yogazolder door Ingrid Schols. In 1983 is het dak van deze zolder voor dat doel betimmerd. Via deze zolder kom je op de grote zolder aan de zuidkant. Het meest westelijke deel van deze zolder is kantoorruimte waarin van 1985 tot 2008 de firma Groen en Partners en daarvoor Architectenbureau Thole een werkruimte hadden. In 1985 is er voor dit doel een verbinding gemaakt tussen de daken van Ruiterstraat 8 en Ruiterstraat 10.

Er is een grote tuin die altijd met de tuin van nummer 8 één geheel vormde, getuige de oude tuinmuur die beide tuinen omzoomt. Bij de verkoop van de panden Ruiterstraat 8 en 10 in 1982 zijn deze tuinen kadastraal gesplitst en in 1984 is er door Paul van Dijk een stenen wand tussen beide tuinen geplaatst. Op het dak van de serre en de tuinkamer is een grote daktuin en staan twee bijenvolken.

In 2008 heeft het huis de naam Asklepion gekregen. De naam refereert aan de huisartsenpraktijk. Asklepias was de Griekse god van de geneeskunst. Het Asklepion is een tempel op Kos (Griekenland) waar in de Griekse oudheid zieken werden behandeld. Onder andere Hippocrates zou er patiënten hebben behandeld.

In november 2018 werd het pand verrijkt met een achterom en een garage. Bij de verkoop van Ruiterstraat 10 en 12 (en later ook nummer 8) in 1982 door de Gemeente Zaltbommel werden deze panden, door de nonnen met elkaar verbonden, weer gesplitst. Dit betekende dat de bewoners van  Ruiterstraat 10 die altijd een achterom hadden gekend via hun koetshuis (Ruiterstraat 8), geen achterom meer hadden. Daaraan kwam in 2018 een einde. Loodrecht op de achtermuur van de tuin waren eind vorige eeuw door begrafenisondernemer Harry Klijmij vier garages gebouwd voor zijn rouwauto’s en zijn oldtimers. De meest noordelijke garage was tegen de tuinmuur van nummer 10 gebouwd, sterker nog de tuinmuur was (ongevraagd) gebruikt als garagemuur. Nadat Klijmij zijn uitvaartonderneming had verkocht, verkocht hij deze garage aan Hans van Everdingen (Ruiterstraat 6). In 2018 kon Paul van Dijk de meest zuidelijke van de vier garages voor 55.000 euro kopen van Barry Leijten. Door een ruil aan te gaan met Hans van Everdingen kwam de meest noordelijke garage in beeld. Er werd een deur in de tuinmuur gemaakt waarmee een achterom ontstond die via de garage en het terrein van de begrafenisonderneming uitkwam in de Nieuwstraat. In de garage werd een lichtstraat aangebracht en de elektra werd via de tuin verbonden met het huis.

 

 

Indeling in de tijd van het gemeentehuis

In de periode tussen 1976 en 1982 gebruikte de Gemeente Zaltbommel het huis tijdelijk als stadhuis. Er was toen de volgende indeling. De ruimte direct naast de voordeur rechts was kantoorruimte van de sociale dienst. Ook de mooie kamer direct links werd gebruikt door de sociale dienst. Vanuit deze kamer kom je via grote schuifdeuren in een volgende ruimte. Deze was in gebruik door sociale zaken. De schuifdeuren waren dicht en aan één kant afgetimmerd om overlast van geluid te voorkomen.
De kamer aan de andere kant van de gang was ook in gebruik door sociale zaken. De gemeente had de fraaie oorspronkelijke deur vervangen door een deur met een loket. De oorspronkelijke deur was keurig bewaard op zolder.

 

begane-grond-ruiterstr-10-omstreeks-1980

Indeling begane grond toen de gemeente Ruiterstraat 10 gebruikte (1980)

 

Het was mogelijk helemaal rond de kamer te lopen of te fietsen. Pas bij ingebruikname van het huis door Paul van Dijk werden de panden Ruiterstraat 8 en 10 gescheiden. In dat kader werd het gangetje direct rechts van de trap afgesloten, evenals de gang die vanaf de keuken naar nummer 8 liep. Verder werden door de familie Van Dijk de ramen uit de latere winterkamer verwijderd (bewaard op zolder) om een doorgang naar de serre te maken. Daardoor werd de deur naar de gang die naar de keuken gaat, overbodig en dicht gemaakt.

De serre was niet in gebruik in de tijd dat de gemeente in de panden was gevestigd. Het was doorgangsruimte naar de twee toiletten en het opslagkamertje die zich links boven de kelder bevonden. De andere ruimte boven de kelder was bijkeuken/wasruimte met nog grote was- en droogmachines uit de tijd van de nonnen. Deze ruimte werd door de gemeente niet gebruikt. De huidige keuken diende ook als keuken in deze periode. Er stonden nog grote kooktoestellen uit de tijd van de nonnen.

 

indeling-1e-etage-omstreeks-1980

Indeling eerste etage toen de gemeente de panden gebruikte (1980)

 

Op de eerste etage was de kamer aan het eind van de gang richting straat links in gebruik door wethouder A. van der Meyden. De kamer aan de andere kant van de gang aan de straatzijde was de commissiekamer ten tijde van de gemeente. De meest westelijke kamer aan de tuinzijde werd door de gemeente gebruikt als opslagkamer. De daaraan grenzende kamer was kantoorruimte voor de afdeling financiën. Dezelfde functie had de kamer aan de andere kant van de gang. Dit was een grote ruimte (huidige ouderslaapkamer plus grootste deel van de huidige badkamer). Via deze ruimte kwam je, via een klein gangetje met rechts een wc en links een mini-badkamertje, in de volgende kamer die ook door financiën werd gebruikt.

De zolders werden door de gemeente gebruikt als opslagplaats. Grote hoeveelheden ‘kunst’, door de gemeente gesubsidieerd via de BKR (Beeldende Kunst Regeling), was daar opgeslagen. De tuin werd door de ambtenaren met veel plezier gebruikt om te verpozen tijdens de pauzes.

 

 

Indeling in de tijd van de Franciscanessen

De bewoning van het huis door de Franciscanessen begint in 1959. Zij woonden er met 10 tot 12 nonnen en vingen vrouwen op ‘met gebroken huwelijken’, zegt zuster Cassiana, met problemen thuis zouden we nu zeggen, een ‘blijf-van-mijn-lijf-huis’ avant la lettre. Onderstaande gegevens zijn gebaseerd op gesprekken met zuster Cassiana en archiefonderzoek in Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven gevestigd in Sint Agatha.

De hoofdingang was de voordeur van nummer 10. Bij binnenkomst was er een breed portaal met marmeren vloer die via een klapdeur doorliep naar de gang richting tuin.

 

aankleding gang vroeger

De entree van Ruiterstraat 10 met de marmeren vloer

 

De kamer rechts van de voordeur was een spreekkamer in deze periode. De mooie kamer links was de grote zaal. Wanneer de grote schuifdeuren open waren, was deze kamer één ruimte met de ruimte links achter. Met de deuren dicht heette laatstgenoemde kamer bij de nonnen achterkamer.

 

pastoor retel en de nonnen

De zusters en pastoor Retel (helemaal links) in de grote zaal (spreekkamer)

 

De ruimte aan de andere kant van de gang aan de achterkant was de refter, de eetkamer. Er waren nog luikjes in de muur om het eten vanuit de keuken aan te reiken in de eetkamer. Of dit nog gebeurde in de tijd van de nonnen is niet bekend.

 

de refter binnenkamer

De refter (het kruis hangt nu in de hal van klooster Catharinenberg in Oisterwijk)

 

In de keuken stond een grote tafel met daarop een snijmachine. Je kon om het fornuis heen lopen. De aanrecht was van hout en eronder waren houten schuifdeurtjes (de aanrecht staat nu in de kelder als werkbank). Op de grond lagen rood bruine tegeltjes (die liggen nog steeds onder de huidige marmeren tegels). Er waren speciale zusters voor de keuken (zuster Eligia en zuster Magdalena), zuster Coenrada deed het naai- en verstelwerk en zuster Cassiana was voor het huishouden, zuster Celine en zuster Clementa zorgden voor de crèche.

In de bijkeuken stonden grote was- en droogmachines en er waren toiletten. Vanuit de bijkeuken kon je met de trap naar de kelders. De kelder rechts was voor fruit, er stond een groot houten appelrek. In de kelder links stond de gasketel van de centrale verwarming en in de achterste kelder waren stellingen waarop de weckflessen stonden. Ook wecken hoorde bij het takenpakket van zuster Cassiana. Deze stellingen zijn er nog.

 

achterkant huis vroeger

De achterkant van Ruiterstraat 10 nog voordat de serre was aangebouwd. Links op de voorgrond de heilige Antonius. (1959)

 

De aanbouw van de serre dateert ook uit de tijd van het katholieke tehuis/klooster. Waarschijnlijk gerealiseerd in 1960. Men noemde het de doorgang en het was bedoeld als verbindingsgang tussen de panden Ruiterstraat 8, 10 en 12. Voor die tijd moest men, zo zei zuster Cassiana, ‘met een pannetje soep van nummer 10 naar nummer 12 over straat’.
De statige trap werd regelmatig in de boenwas gezet. Na vele decennia boenen zat er een hele laag boenwas op de trap. Zuster Cassiana heeft de hele trap afgekrabd zodat de nerf weer zichtbaar werd. Er lag een rode gebloemde loper op de trap die niet verder liep dan de eerste etage.

 

1e etage vroeger

De gang op de eerste etage (omstreeks 1959)

 

Op de eerste etage was de kamer aan de straatkant links van de gang in gebruik als slaapkamer. De kamer aan de andere kant van de gang was de kapel voor de zusters en de bewoners. De toog die in deze ruimte aanwezig is, is door het katholieke tehuis aangebracht waardoor de ruimte doorliep in het huidige gangetje daarachter. Het meest oostelijke kamertje aan de zuidkant is eveneens door de nonnen gerealiseerd en diende als sacristie. De kamer direct daarnaast, de ziekenkamer, is ook op initiatief van de nonnen gebouwd (aanvankelijk was het net als beneden een grote kamer voor en een grote kamer achter). Kamer Silver van Dijk, kleine kamertje en gangetje vormden dus één grote kamer.

 

kapel

De kapel op de eerste etage van Ruiterstraat 10 (omstreeks 1959)

 

De kamer aan de zuidkant direct rechts van de gang was een grote kamer (huidige kamer plus groot deel van huidige badkamer) die werd gebruikt als studeerkamer. Door de zusters is direct daaraan grenzend een klein gangetje gemaakt met rechts een toilet en links een minibadkamertje. Via het gangetje bereikte je de meest westelijke kamer. Deze kamer fungeerde in de tijd van de zusters als slaapzaal, eerst voor de zusters zelf. Ze sliepen met zijn vieren op een kamer. Later werd dit de slaapplaats voor de op te vangen vrouwen. Dit was nadat het dak op het koetshuis (Ruiterstraat 8) was gebouwd. Op de nieuwe zolder van het koetshuis waren toen 12 cellen voor de zusters ondergebracht. Er was boven ook een strijkkamer.

 

zusters in de tuin

De zusters Franciscanessen nog voordat de serre was aangebouwd achter Ruiterstraat 10 (omstreeks 1959)

 

De zolders werden volgens zuster Cassiana wekelijks gestoft (met een stofdoek aan een stok) en minstens één keer per jaar in de boenwas gezet. De functie was vooral opslagplaats. De kap van de voorzolder was nog niet beschoten en de achterzolder heeft nog steeds geen beschot.

 

zusters in de tuin met de toren

De tuin achter Ruiterstraat 10 (omstreeks 1960)

 

De tuin werd vanwege alle paadjes door de nonnen de ‘dwaaltuin’ genoemd. Er stond onder de grote blauwspar op een sokkel een groot stenen beeld van de Heilige Antonius. Dit beeld was afkomstig uit het klooster in de Nieuwstraat waar het in de voorgevel was opgenomen. Het beeld is bij het vertrek van de zusters uit de Ruiterstraat met een zuster meegegaan naar de Antonius parochie in Hilversum.

 

antonius in de tuin

De tuin met de heilige Antonius achter Ruiterstraat 10 (omstreeks 1960)

 

De zuster voor de tuin was Theodora. Zuster Cassiana heeft met de tuinzuster eigenhandig een gat gehakt in de halve meter dikke tuinmuur tussen nummer 10 en 12, helemaal achteraan. Deze grote klus werd geklaard voordat de doorgang (de serre) door het tehuis was aangebouwd om gemakkelijk van het ene pand in het andere te komen. De zusters vertrokken in 1976. De muur is in 1983 door Paul van Dijk, met voor een groot deel dezelfde stenen, weer dicht gemetseld.

De zusters hadden ook kippen en als die geslacht moesten worden werd slager Bergen (hoek Ruiterstraat-Boschstraat) gevraagd om naar het klooster te komen en de kippen de nek om te draaien.
Hieronder een weergave van de indeling van het huis beneden en op de eerste etage ten tijde van de nonnen.

 

plattegrond 1

Begane grond omstreeks 1960

 

1e verdieping ruiterstraat 8

Eerste verdieping (omstreeks 1960)

 

 

 

Indeling in de tijd van de familie Van Lookeren Campagne

 

indeling van de nonnen

Indeling in de tijd van de familie Van Lookeren Campagne

 

Voor de Zusters Franciscanessen woonde vanaf 1907 de familie Van Lookeren Campagne op Ruiterstraat 10. Het echtpaar had vier zonen. Willem (lange Willem, 1892-1977), Jan (1895-1966), Johan Adriaan (1898-1982) en Hans (1899-1981). De heer Van Lookeren Campagne sr. overleed in 1947. Zijn weduwe, mevrouw Van Hettinga Tromp, woonde er tot haar overlijden in 1957. Twee jaar later werd het huis verkocht. De laatste tien jaar (1949-1959) woonde op de eerste etage de familie Menken en van 1942 tot 1955 woonde er ook de schilderes en zus van mevrouw Van Lookeren Campagne, mejuffrouw Van Hettinga Tromp. De informatie over de indeling van het huis is voornamelijk afkomstig van Richard Menken en Loes Vis-van Lookeren Campagne.

 

ruiterstraat zijkant

Ruiterstraat 10 met het koetshuis (Ruiterstraat 8) (1955)

 

Wanneer we door de voordeur naar binnengaan was de eerste kamer rechts bij de familie Van Lookeren Campagne het kantoortje waar men mensen ontving. Links van de gang was de salon met de fraaie schouw en imposante schuifdeuren. Dit was de kamer waar de familie verbleef als er bezoek was of wanneer men zich rustig wilde terugtrekken. Op de vloer lag vloerbedekking en volgens kleindochter Loes had oma een pianola in de voorkamer (dit kan niet door anderen worden bevestigd). Als de schuifdeuren dicht waren ontstond er een voor- en achterkamer. In de achterkamer was een open haard.

 

plattegrond nieuw

Situatie begane grond rond 1950

 

In de lange marmeren gang stond in het portaal bij de trap een stoeltje, een mooie klok en een grote kist (dekenkist) met daarop een koperen melkkan. Verder naar de achterdeur stond een bloemenbak die werd bijgehouden door de heer Van Lookeren Campagne.
De achterkamer lag aan het einde van de gang links. Aan de rechterkant bevond zich de eetkamer. Op de vloer lag zeil met een kleed erop. Aan de westkant van deze kamer bevond zich (het zit er nog) een grote opening naar de keuken. Hierdoor werd het eten voor de familie aangereikt door de huishoudster of kokkin. Er was vanuit de eetkamer een deur naar het gangetje naar de keuken. Deze deur is door Paul van Dijk rond 1984, toen de ramen naar het zuiden werden verwijderd, dichtgemaakt.
De keuken had een raam met blinden aan de binnenkant (scharnieren zitten er nog). Er was een gasfornuis, een grote tafel, muurkasten (zoals ze er nu nog zijn), in de schouw stond een gietijzeren kookfornuis. Vanuit de keuken kon je door de gang naar het koetshuis (Ruiterstraat nummer 8).
Direct tegen de keuken was de bijkeuken en in diezelfde aanbouw was er een wc voor de familie en een wc voor het personeel. Onder deze aanbouw waren de kelders. De serre was er nog niet. Er was direct achter het huis een grote betegelde plaats, waarschijnlijk ter grootte van de huidige serre.

 

indeling-1e-etage-ruiterstraat-10

Situatie eerste etage omstreeks 1950

 

Op de eerste etage waren aan de tuinkant slaapkamers. Toen de familie Menken in huis woonde (van 1949 tot 1959 ) was de kamer links boven de voordeur de woonkamer van de familie Menken. Daarachter aan de tuinzijde was hun slaapkamer.

 

fam menken met kinderen

Familie Menken in hun woonkamer (de ruimte links boven als je bij de voordeur staat) (1956)

 

De kamer  rechts van de voordeur was het atelier van Truus van Hettinga Tromp. Zij woonde rechts achter (aan de tuinkant). De familie Menken kon via het trappenhuis door een deur en daarna met een trapje naar boven naar Ruiterstraat 8. Daar had de familie een wc en een keukentje (aan de tuinzijde). Dit keukentje was daarvoor de donkere kamer van de zonen van van Lookeren Campagne. Verder was er een badkamer en een slaapkamer voor de kinderen (straatzijde). Ook woonde op nummer 8 de naaisters, Anna Breddels, later mevrouw Quaadgras, en ook had de dagelijks aanwezige verpleegster er een ruimte. Van 1933 tot 1938 woonde mevrouw Bets van Balllegooijen-van Ooijen ook op deze etage. Ze woonde er met een andere huishoudelijke hulp, Dirkje van Horssen uit Hellouw.
Voor de komst van de familie Menken was  de linker kamer aan de tuinkant (er was dus links een grote voor- en een grote achterkamer) de kamer van zoon Ad, die het langste thuis heeft gewoond. Kleindochter Loes mocht daar weleens logeren. De andere kamers aan de tuinkant waren vanaf 1942 in gebruik door de zus van mevrouw van Lookeren Campagne, mejuffrouw van Hettinga Tromp. Vanuit de meest westelijke kamer aan de tuinzijde was ook weer een deur naar het koetshuis.
De zolders fungeerden als opslagplaats. In de tijd dat Menken in huis woonde was de zolder aan de straatkant in gebruik als zijn atelier.

 

op zolder schilderen

Richard in het Atelier van zijn vader op zolder (Ruiterstraatzijde)

 

De tuin vormde met de tuin van nummer 8 één geheel. Tegen de bijkeuken was een glazen kas waar de heer Van Lookeren Campagne met een ganzeveer stekjes kweekte en verpootte. Kleindochter Loes kreeg ook stekjes mee voor thuis. Vanuit de bijkeuken kon je de kas in.
De kas was er nog in 1982 (rond 1990 door Paul van Dijk verwijderd). De tuin was een oase van rust. Toen de heer Van Lookeren Campagne gestorven was in 1947, was er vrijwel permanent een verpleegkundige (zuster Van Dongen) in huis. Zij wandelde, altijd in verpleegkundig tenue, met mevrouw door de tuin. Zuster Van Dongen was volgens kleindochter Loes en Richard Menken een stevige strenge tante. Later kwam er een dunnere. Voor kinderen was de tuin een paradijs om te spelen.

 

in de kas in de tuin

Richard en Albrecht Menken in de kas achter Ruiterstraat 10

 

Er was voor drie dagen in de week een tuinman, lange tijd was dit de heer Van Wijnen. Direct achter het huis, achter de betegelde zone langs het huis, liep de tuin een paar trapjes omhoog en daar was een waterput met een deksel. Met een emmertje kon je er water uitscheppen.

 

mevrouw menken

De plaats achter het huis van Ruiterstraat 10 met mevrouw Menken, Richard en Christa

 

 

Indeling in de tijd van de familie Pool en Heijligers

Uit de periode van de families Pool en Heijligers is niet bekend hoe het huis werd gebruikt en ingericht. Duidelijk was dat de panden van Ruiterstraat 8 en 10 één geheel vormden. Nummer 8 was schuur/koetshuis, er stonden paarden en er was een hooizolder. Nummer 8 had een plat dak. De tuinen van nummer 8 en 10 waren één geheel.

 

fam pool voor het huis

De familie Heijligers- Pool op de stoep bij Ruiterstraat 10 (1950)

 

 

 

Bronnen
Gesprekken met Richard Menken, december 2013 Amsterdam
Gesprekken met Loes Vis-van Lookeren Campagne
Gesprekken met Zuster Cassiana, december 2013, Oisterwijk
Jan-Willem van Zoelen. Bouwhistorische opname Ruiterstraat 10. Januari 2013
Erfgoed Kloosterleven Sint Agatha. Plattegronden Ruiterstraat 8 en 10

 

 

Juli 2017