Ruiterstraat
portret van een straat
Wie wonen er nu
Wie woonden er vroeger
Familiegeschiedenissen
Achtergronden

Familie De Bije

Ruiterstraat 14

Van ongeveer 1518 tot 1678 werd Ruiterstraat 14-16 bewoond door meerdere generaties van de familie De Bije (soms ook als De Bie of De Bye vermeld). Zij waren ook eigenaar van de panden. Men kan spreken van een echte De Bije-dynastie. Er is een parenteel van deze familie die teruggaat tot het jaar 1208, het geboortejaar van stamvader Ambrosius de Bije.
De familie De Bije behoorde tot de klasse van de regenten. Omdat functies en financiële belangen veelal via patronage werden verdeeld, en de Prinsen van Oranje daar een grote rol in speelden, waren zij Oranjegezind.

Aerent Hermans de Bije (1518-1580) was de eerst bekende eigenaar van Ruiterstraat 14-16. Hij was getrouwd met Jenne Anthonisdr. Nayen. Aerent Hermans was burgemeester van Zaltbommel. De ouders van Aerent Hermans waren Herman Hermens de Bije (overleden 1558) en Agnes Sandersdr. Saersen (overleden in 1558). Of deze ouders ook al eigenaar waren van Ruiterstraat 14-16 is onbekend. Aerent Hermans en Jenne hadden zeven kinderen: IJken Aerts, Herman Aerts (overleden in 1604), Lijsken Aerts (overleden in 1603), Hendrick Aerts, Marij Aerts, Thomas Aerts en Jan Aerts (1554-1625).

De panden gingen over naar de jongste zoon Jan Aerts de Bije (1554-1625). Hij was getrouwd met Jenneke Jans Ewalts (overleden in 1587). Johan Aerts de Bije was burgemeester van Zaltbommel en dijkgraaf van Zaltbommel. Verder was hij secretaris van de schepenbank van Bommel en Tuyl, schrijver van de ‘Brevis Rerum’ (een geschiedenis van Gelderland) en dichter van het tijdrijm onder het grote kerkportret in de Sint-Maartenskerk. Johan en Jenneke hadden twee kinderen, Jenneke Jans (overleden in 1668) en Arent Jantz (1604-1652), heer van Wayenstein. Het eigendom van Johan en Jenneke gaat over op hun zoon.

Arent Jantz de Bije (1604-1652), heer van Wayenstein, trouwde twee keer. Zijn eerste huwelijk was met Wilhelmina van ’s Grevendijck (overleden in 1644) en zijn tweede huwelijk in 1634 was met Margriet Bicker-van Amstel (1613-1678), een telg uit een vooraanstaand en steenrijk Amsterdams geslacht. Arent Jantz had uit deze twee huwelijken vijf kinderen: Jan/Johan Aerts de Bije tot Waijenstein (1635-1687), Anna de Bije (1636-1713), vrouwe van Waijenstein en Ommeren, Jacoba de Bije (1638-1712), Clara de Bije (1640-1719) en Josina de Bije (1642-1687), vrouwe van Tuijl.
Arent Jantz de Bije was ridder. Hij was namelijk sinds 1630 eigenaar van kasteel ‘Waijenstein’. Dit kasteel lag bij Herwijnen ten oosten van Gorinchem en lag vlak bij kasteel ‘Engelenburg’, eigendom van de familie Bicker. Bij een inval van Franse troepen werd het kasteel in 1672 met de grond gelijkgemaakt. Arent Jantz de Bije was burgemeester van Zaltbommel, dijkgraaf van de Bommelerwaard, curator van de Universiteit van Harderwijk, gecommitteerde der Staten Generaal en Raad van Staten, en als zodanig afgevaardigde bij de Westfaalse vredesbesprekingen van 1648.
In 1672 werd Zaltbommel belegerd door Schotse huursoldaten (ingehuurd door de Fransen). Na vernieling van de verdedigingswerken en een betaling van een brandschatting van 36.000 gulden trokken de soldaten zich terug. Er werd een borgstelling gevraagd voor een tijdige betaling in de vorm van gijzeling van een aantal gezaghebbende Bommelaren, één van hen was de oudste zoon van Arent Jantz de Bije, Johan. Deze Johan was ook burgemeester van Zaltbommel en dijkgraaf van Zaltbommel.
In 1625 kocht Arent Jantz ook het huisje 16a (het rechter deel van het huidige Ruiterstraat 18) en hij bouwde op de plaats waar voorheen drie huisjes hadden gestaan een grote schuur. Ook wist hij, in overleg met de armenzorg en de diaconie, het eigendom te verwerven van een aantal godshuiskens (die bewoond werden door mensen die afhankelijk waren van de armenzorg) langs de westelijke Strikstraat.
Na het overlijden van haar man beheerde Margriet Bicker het familiebezit waarna het overgaat naar haar dochter Clara.

Clara de Bije (1640-1719) was in 1674 getrouwd met generaal Hugh Hughzn Mackay of Scourcy (1640-1692). Het echtpaar had vijf kinderen: Hugh (1681-1708), Margaretha (1683-1748), Anna Barbara (1684-1743), Arnolda (geboren 1686) en Maria (1686-1723).

 

generaal Mackay

Generaal Hugh Mackay (1640-1692)

 

Generaal Mackay was een militair die met een Schots regiment dienend voor het Franse leger in 1672 Zaltbommel had ingenomen. De Fransen vertrokken een jaar later maar de generaal was verliefd geworden op Barbara, de dochter van burgemeester de Bije, en trouwde met haar. Waarschijnlijk werd hij protestant. Hij diende daarna in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Daarvoor was hij behalve voor de Fransen ook in dienst geweest van het leger van de Republiek Venetië.

Hij is vooral bekend geworden toen hij in dienst was van stadhouder Willem III die in 1689 naar Engeland was gehaald om te voorkomen dat een katholiek Engels vorstenhuis de Anglicaanse kerk zou afschaffen. Willem III werd uitgeroepen tot koning van Engeland. Mackay, in dienst van deze Oranje, was onder meer gezagvoerder van een Schotse brigade die een eind moest maken aan de opstandige activiteiten in de Schotse Highlands. Hij werd in 1689 bij Killiecrankie verslagen waarbij 2000 van zijn soldaten de dood vonden.

Volgens sommige geschiedschrijvers heeft de diepe gelovigheid van zijn protestante schoonfamilie grote invloed gehad op de katholieke Mackay. Hij schreef een aantal boeken over veldslagen en oorlogsrecht. Hij was de uitvinder van de socket bajonet.

De familie Mackay kocht het L-vormige gebouw in de voorhof van Ruiterstraat 14-16. In 1686 wordt ook buurhuis Ruiterstraat 12 gekocht. Waarschijnlijk dateert de brede doorgang tussen Ruiterstraat 14 en 12 van deze datum.
In 1687 werd bovendien een huis in de Nieuwstraat aangekocht waardoor er een achteruitgang voor de panden werd gecreëerd.

In het begin van de 17e eeuw was er een gestage achteruitgang van de welvaart in Zaltbommel. Door de val van ’s-Hertogenbosch was Zaltbommel geen grensplaats meer die om verdediging vroeg. Daarbij kwam de verzanding van de zuidelijke oevers van de Waal ter hoogte van Zaltbommel. Tussen 1640 en 1740 nam het aantal woonhuizen in Zaltbommel af van 900 tot 600 en het aantal bewoners daalde van 4000 tot 2700. De familie maakte dankbaar gebruik van de malaise in de huizenmarkt en kocht steeds meer huisjes langs de Lange Strikstraat op.

Het bezit van de familie Mackay of Scourcy ging over op dochter Anna Barbara Mackay of Scourcy (1684-1743). Dit als dank voor het feit dat ze vele jaren haar moeder had verzorgd. Zij erfde alle bezittingen in de Ruiterstraat en de Strikstraat. Barbara was op latere leeftijd getrouwd met dominee Albertus Royaards (1668-1739).

Zij verkocht op 22 oktober 1726 al haar bezittingen omvattende ‘Huysinge Stallen Koetshuis Hoven nefkens een huysje bij Jantje Tonie bewoont’ aan Cornelis Dutry van Haaften.

 

 

Bronnen
Prof. ir. Esso J. de Jong. Ongepubliceerd archiefwerk 2005-2010
Isa Masselink-Woltjer. Ongepubliceerd archief onderzoek. Den Haag. 2012-2015

 

 

Mei 2017