Ruiterstraat
portret van een straat
Wie wonen er nu
Wie woonden er vroeger
Familiegeschiedenissen
Achtergronden

Familie De Roock

Ruiterstraat 14

De naam van de familie De Roock is eeuwenlang met Zaltbommel en het bestuur van de stad verbonden. Adriaan de Roock (1643-1713) was in de 17e eeuw rentmeester van het Groote Gasthuis in Zaltbommel en burgemeester van Zuilichem. Gerard de Roock (1708-1782) was raadssecretaris van de stad Zaltbommel.

 

familiewapen gerard de Roock

Afbeelding in het stadhuis van Zaltbommel

 

De familie De Roock-Nieuwland die van 1936 tot 1962 in Ruiterstraat 14 woonde, stamt direct af van deze eminente familie. Zie de stamboom onder ‘Achtergronden’.
De heer Joan Frederik de Roock (1893-1978) was getrouwd met Neeltje Jacoba Arendje Nieuwland (1894-1963). Zij hadden twee kinderen: A.A.C. (Anneke) de Roock (1924-2008) en N.L.M. (Nelly) de Roock (geboren 28-08-1928).

 

neeltje jacoba v nieuwland

Neeltje Jacoba Arendje Nieuwland (1894-1963)

 

Anneke trouwde met de heer J.G. (Jaap) de Jongh (1917-1982) uit Gameren en kreeg drie kinderen: Ruth, Frits en Jolijt. Nel trouwde met de heer C. Steingenga (1922-2013). Nel Steingenga vertelt het familieverhaal.
De familie De Roock woonde, voor de Zaltbommelse periode, enige tijd in Spanje. De heer De Roock werkte daar bij de Holland-Amerika Lijn. Rond 1935 kwamen ze terug naar Nederland, woonden korte tijd in Den Haag, en kwamen in 1936 naar Zaltbommel. In Den Haag was er geen werk en via bemiddeling van een vroegere vriendin van mevrouw De Roock, mevrouw Kaasjager van de fotowinkel, kreeg de heer De Roock een baan in Zaltbommel als rentmeester van het Groot Bommels Gasthuis en later ook als secretaris van het Weeshuis en het ‘Oude Mannen en Vrouwenhuis’. Van 1942 tot 1974 was hij ook bestuurslid van de Oudheidkamer (het latere Museum Stadskasteel Zaltbommel). Zowel meneer als mevrouw De Roock hebben veel gedaan voor de organisatie van de Matthäus Passion in Zaltbommel.

 

de regenten

De regenten van het Oude Mannen en Vrouwenhuis. V.l.n.r achter: W. van Lookeren Campagne Nzn., Van Hattum, De Roock, Van Anrooy. Voor: mevr. Blomhert, W van Lookeren Campagne sr., mevr. Pleyte-Mensonides, Van Voorden, mevr. Van Anrooij-van der El (1940)

 

Mevrouw De Roock was afkomstig uit Zaltbommel. Zij was de dochter van de familie Nieuwland-Veenenbosch die oorspronkelijk in de Gasthuisstraat woonde en later vertrok naar Haarlem.
Toen de familie in Zaltbommel kwam wonen ging Anneke naar de HBS en Nelly naar de Openbare Lagere School in de Nonnenstraat. De heer Oversteeg was het hoofd van de school. Meneer Westendorp (de vader van Fiep) één van de onderwijzers. Conny van Hoogstraten zat korte tijd naast haar in de klas. Nelly speelde met onder andere Fransje Oversteeg, Emmy van Lookeren Campagne, Kitty Hes.
Nelly speelde veel op straat, auto’s waren er nauwelijks. Dierenarts De Jong was de enige met een auto in de straat. Ze mochten weleens meerijden met de buurman (Ruiterstraat 16) als hij visites reed langs de boerderijen. Op straat deden ze aan piktollen, hoepelen, kaatsen met een bal en zangspelletjes.
Bij slecht weer speelde Nel op de speelzolder. Er waren poppenhuizen die door hun vader waren gemaakt en ze bouwde zelf een kruidenierswinkel waar ze zowel als verkoopster en als klant optrad.
Nelly was lid van de ‘Kabouterij’ waarvan de meisjesclub bij elkaar kwam bij de ouders van Johanna Wagner op de ‘Ezel’. Nelly had een oude fiets gekregen van een vriendin van haar oma uit Velp. Ze leerde daarop fietsen en reed eindeloos op en neer van de voordeur, over het pad met het fijne grind, de stoep af en de straat op. Ze zwaaide dan naar haar buurvrouw mevrouw Pleyte, maar die zwaaide nooit terug.

 

de overgang straat stoep ruiterstr 14 en 16

De overgang straat-stoep-pad naar de voordeuren van Ruiterstraat 14 en 16 (2014)

 

Anneke was lid van de ‘De Hanenbalken’, een toneelclub van meisjes die bij de familie Van Anrooy op zolder toneelvoorstellingen gaf voor ouders en andere genodigden. Datzelfde clubje ging op zaterdagavond bij de respectievelijke ouders Monopoly spelen. Nelly was te jong voor dit clubje maar mocht meedoen met Monopoly bij de familie De Roock.
Later op de HBS zat Nelly de Roock in de klas met onder andere Ruth Tielstra (5e klas). Een andere vriendin was Gerda de Jongh die thuis in Gameren een boerderij en een paard had. Door de oorlog konden ze het laatste jaar vrijwel niet naar school waardoor ze geen eindexamen konden doen. De directeur kwam toen in de klas om te vertellen dat ze het examen cadeau kregen.

 

hanenbalken met mevr de Rook

Hanenbalken met van links naar rechts Loes van Hoogstraten, Mies Philips, Nelly de Roock (moeder), Anneke de Roock, Frans van Anrooy en op de voorgrond Loes van Lookeren Campagne in de Drunense Duinen (omstreeks 1942)

 

Tijdens de oorlog zagen ze vanuit hun tuin parachutisten landen rond Zaltbommel. Daarna kwam het bericht dat ze binnen 3 uur hun huis moesten verlaten. Ze zijn met de fiets geëvacueerd en zijn toen door de moeder van Gerda de Jongh uitgenodigd in Gameren. Ze zijn daar enkele maanden geweest. Het huis in de Ruiterstraat werd door de Duitsers gebruikt. Bij terugkeer in de Ruiterstraat werd het huis eerst grondig schoongemaakt en hersteld van de beschietingen. Er werd in die tijd gewoond, gegeten en geslapen in de voorkamer want door een granaatinslag waren de ouderslaapkamer aan de achterkant en de kamer daarboven niet meer te gebruiken. Met een pan in een hooikist werd warm eten gehaald in een gaarkeuken.
Op Bevrijdingsdag werd een grote Nederlandse vlag uitgehangen. Meteen na de bevrijding werd er in het Centraal Gebouw bij de familie Jansen een dansfeest georganiseerd. Het was een uitbundig feest. Mensen toonden elkaar het wittebrood dat door de Engelsen was uitgestrooid boven de stad.

 

familiewapen de Rook 20e eeuw

Wapen van de familie De Roock (20e eeuw)

 

Het straatbeeld werd bepaald door een sporadische auto, paard-en-wagens, marskramers met een koffer, een olieboer met hondenkar, een melkboer die met een litermaat melk in de kan schonk, een scharensliep en spelende kinderen.
Vanaf de voordeur was er een lange gang die uitkwam op de keuken. Rechts voor was de kamer waar gasten werden ontvangen. Daar kwam je als kind niet vaak. Halverwege de gang was de trap naar boven.
Als je verder naar achteren liep was er naar rechts een klein gangetje naar de achterkamer. In het gangetje stond een grote voorraadkast. Tussen voor- en achterkamer was een tussenkamer die geen ramen had. Daar deden de kinderen het huiswerk voor school. Er zaten schuifdeuren tussen achter- en tussenkamer. De vloerbedekking in de verschillende ruimtes bestond uit zeil met kleden erop.
Er was een kleine keuken. Daarachter zat de bijkeuken en dan kwam je in de tuin.
Op de eerste etage was aan de achterkant de slaapkamer van de ouders en daarnaast was de badkamer (met een bad van metaal op pootjes en een geiser die daar boven hing). Er was geen goede ventilatie en de muren waren ongeschikt voor een badkamer (schimmelvorming).
Op dezelfde verdieping aan de voorkant was rechts de kamer van Anneke en in het midden de kamer van Nelly.
Dan kon je met een trap verder naar boven en daar was een kamertje waar een leerling van de HBS sliep. Zij waren voor langere tijd bij de familie De Roock in huis (waren in het gezin opgenomen) omdat hun ouders elders woonden. Eén van hen was Wieger Fijn van Draad. Moeder ondersteunde de leerlingen bij het studeren en het aanleren van discipline. Ook Loes van Hoogstraten woonde nog enige tijd bij de familie De Roock om, nadat haar ouders waren vertrokken, de school af te maken.
Dan was er nog een etage hoger maar die was zo slecht dat het gevaarlijk was er te lopen. Het huis werd verwarmd met twee kolenkachels voor en achter. In de kachels werd antraciet gestookt. Boven was geen verwarming. Als het ’s winters hard vroor, bevroor het water in de lampetkan.
De tuin was lang en smal, een combinatie van grind en gras. Het was moeilijk tuinieren door de grote beuk die achter nummer 16 stond. Achterin was een soort vruchtentuin met frambozen, kroosjes (kleine pruimen) en een juttepeer. De kroosjesboom stond bij de familie Pleyte maar hing over de muur zodat zij de pruimpjes konden rapen. Ook was er een seringenstruik. De afgrenzing van de tuin met nummer 12 (familie Pleyte) bestond uit een muur, tussen de tuinen van nummer 14 en 16 (familie De Jong) was een hek van grof gaas.
In de oorlog werd er vlak voor de fruitbomen een schuilkelder gegraven door de familie De Roock. De schuilkelder, opgebouwd met bielzen en aarde, lag zover van het huis dat bij het omvallen van de gevel de schuilkelder niet geraakt zou worden. De schuilkelder was een hokje waar je met zijn vieren naast elkaar kon zitten. Ze hebben er één keer gezeten.

 

vier jonge paardekastanjes

Vier jonge steriele paardenkastanjebomen geplant (omstreeks 1939)

 

Voor het huis stonden vier acacia’s. Omdat de bomen veel rommel gaven werden ze omstreeks 1939 vervangen door vier kastanjebomen. In de voortuin was een grasveldje dat regelmatig gemaaid werd en er groeide jasmijn. Verder plantte moeder er in het voorjaar onder andere viooltjes en goudsbloemen.

 

portret van Arjen Alles Bonnema

Portret van Arjen Alles Bonnema en Trijntje Jacobs Bolmeijer (1819)

 

In de tussenkamer bij de familie De Roock hing het bovenstaande schilderij. Het is het portret van Arjen Alles Bonnema en Trijntje Jakobs Bolmeijer. De heer Bonnema is afgebeeld met een experimenteel toestel om geleidend materiaal vast te stellen en mevrouw is afgebeeld met een breiwerk. Het schilderij is gedateerd op 1819. De schilder is onbekend.
Het schilderij hangt sinds 1961 in Museum Stadskasteel Zaltbommel. Het is geschonken door J.F. de Roock, bestuurslid van de Oudheidkamer van 1939 tot 1974.
De vader van Anneke kreeg na zijn vestiging in Zaltbommel van zijn tante Betsie bovenstaand schilderij waarop de grootouders van Arjan Bonnema zijn afgebeeld. Het schilderij kreeg een plaats in de tussenkamer van Ruiterstraat 14.
Voor de tweede wereld oorlog hing er een groot schilderij met twee pauwen in de voorkamer van Ruiterstraat 14. Het was afkomstig van de heer Key uit Vossebeek. Ook dit schilderij is naar de Oudheidkamer gegaan.
Verder hing er in de voorkamer nog een portret van één van de voorvaderen van De Roock in militair tenue (met oranje epauletten). De datering zou zijn 1730. Het schilderij hing tussen de ramen van de voorkamer. Ook dit schilderij is door De Roock aan de Oudheidkamer geschonken.

 

overlijden joan fr de Roock

 

De familie De Roock vertrok in 1962 naar de Kievitstraat. Mevrouw De Roock overleed in 1963 en De heer de Roock in 1978.

 

 

Bronnen
Gesprekken met mevrouw Nel Steingenga-de Roock. Juli 2014
Brief van Anneke de Jongh-de Roock aan Esso de Jong. Juli 2005
Corrrespondentie verkregen via Majo Slosser van het Museum Stadskasteel Zaltbommel. Mei 2014
Prof. ir. Esso J. de Jong. Ongepubliceerd archief materiaal. 2010

 

 

Mei 2017