Ruiterstraat
portret van een straat
Ontstaansgeschiedenis
Bouwgeschiedenis
Gebruiksgeschiedenis
Tuin

Bouw van de kelder

Ruiterstraat 10

In opdracht van de orde der Franciscanessen werd in 1959 een aanbouw met onderliggende kelders gerealiseerd. Aannemer was Jac.H.M. Priem uit Oirschot. De aanbouw betrof een kleine gang die toegang gaf tot een toiletruimte met wasbak en twee afzonderlijke wc-ruimtes. Aan het eind van de gang was een kantoorruimte. Verder was er een bijkeuken die met een trapje overliep naar een grote berging. Op verschillende plaatsen waren ruime kasten gerealiseerd. Vanuit de berging was er een deur naar de binnenplaats achter Ruiterstraat 8.

 

Links westgevel en rechts oostgevel van de aanbouw. Geheel links het stenen afvoerkanaal dat dwars door de daklijst heen liep tot halverwege de hoogte van het dak (1959)

 

Vanuit de bijkeuken was er een trap naar de kelder. Deze bestond uit drie afdelingen: de provisiekelder, de cv-kelder en de appel- en bloemenkelder. Appels werden in de winter bewaard op grote houten rekken. Ook de niet-winterharde bloembollen, zoals de dahlia’s konden hier vorstvrij overwinteren.

 

Plattegrond en indeling van de aanbouw (1959)

 

In de cv-kelder trof de familie Van Dijk in 1982 twee verwarmingsketels aan die op gas werden gestookt. Er zaten nog meters van de op olie gestookte ketels. De tank voor deze ketel lag in de tuin van Ruiterstraat 8. Deze tank is nooit verwijderd, wel waarschijnlijk volgestort met zand. Voor de oliestook werd de verwarming met steenkool geregeld. De steenkool werd aangeleverd via Ruiterstraat 8 en opgeslagen in de buurt van de latere cv-ketels.

 

Fundering, riolering, putten en indeling van de kelder (1959)

 

De provisiekelder was de opslagplaats voor voedingsprodukten voor de zusters Franciscanessen en de vrouwen en kinderen die in het klooster waren ondergebracht. Zie Klooster in de Ruiterstraat. Hiervoor waren langs de hele zuidwand houten rekken geplaatst. Thans doet deze kelder dienst als klusruimte en de rekken worden gebruikt als opslagplaats gereedschap, schroeven, spijkers etc. De huidige houten werkbank in deze kelder was de keuken van de nonnen en waarschijnlijk ook van de familie Van Lookeren Campagne. De vroegere appelkelder is nu provisiekelder en de stookkelder is, nadat de ketels in 1997 naar de bijkeuken zijn verplaatst, thans in dienst als opslagplaats voor diervoeder (kippen, konijnen, duiven, eenden, vogels, schildpadden) en iemker attributen (sinds 1984 staan er twee of drie bijenvolken op het dak van deze aanbouw).

Na de verbouwing van 1997 is het dak van deze aanbouw, samen met de ruimte boven de serre in gebruik genomen als daktuin. Om deze tuin goed bereikbaar te maken is een gietijzeren draaitrap gemaakt door de firma De Boer in Giessendam. Voor de paadjes van de daktuin werden tegels gebruikt die op dragers liggen om de dakbedekking te beschermen.

Onder het monumentale huis van nummer 10 is waarschijnlijk nooit een kelder geweest. Dit pand was door de eeuwen heen één geheel met Ruiterstraat 8, dat diende als koetshuis, opslagplaats en slaapruimtes voor het personeel. Onder dit pand waren grote kelders. In de Tweede Wereldoorlog dienden ze voor meerdere gezinnen als schuilkelders tijdens Duitse aanvallen. Deze kelders zijn helaas in de vijftiger jaren volgestort met puin.

 

 

Bronnen
Tekeningen verkregen via Jan Willem van Zoelen. Januari 2013

 

 

April 2017